Synagoge Leek

Prentbriefkaart van het Boveneind met synagoge in Leek, circa 1949. Synagoge is het vijfde huis aan de linkerzijde. 
© Joods Museum. Collectie Jaap van Velzen

Na 1800 waren er in Leek voldoende Joodse huisgezinnen om regelmatig huisdiensten te houden dankzij de aanwezigheid van een minjan: tien mannen die ieder de leeftijd van 14 jaar bereikt dienden te hebben. Voor de diensten stelden Victor Philippus van der Reis en zijn vrouw Lea Salomons Weinberg een kamer in hun huis beschikbaar en zij schaften tevens de benodigde liturgische voorwerpen aan. In de kamer was ruimte voor ongeveer 15 personen.

In 1805 is voor het eerst sprake van een Joodse gemeente in het dorp dankzij de inzet van eerder genoemde Victor Philippus van der Reis. In 1809 werd een huis aan het Boveneind omgebouwd tot synagoge. Bij Koninklijk Besluit werd een Israëlitisch kerkgenootschap opgericht dat in 1816 een eigen reglement kreeg, en werd een begin gemaakt met een synagogale gebiedsindeling. De ringsynagoge De Leek viel onder het ressort van de hoofdsynagoge Groningen. Tot de ring De Leek werden gerekend: Leek, Hoogkerk, Zuidhorn, Midwolde, Grootegast, Oldekerk, Nieuwkerk (Niekerk), Grijpskerk, Oldehove, Ezinga (Ezinge), Aduard, Emmanuti (Enumatil), Visvliet, Nijziel (Niezijl), Wearum (Wierum bij Aduard?) en Waersum (?).

De Joodse gemeenschap was echter zo arm dat in 1817 een lening aangevraagd moest worden met de synagoge als onderpand. Er werd een bedrag van fl. 400,- geleend van de rentenier Jan Jansemius uit Stedum. In 1825 ontstond er weer een financieel tekort. De helft van het jaarlijkse rabbinale quotum dat aan de hoofdsynagoge in Groningen betaald moest worden was in 1826 nog niet voldaan. De grootste kostenpost op de begroting was voor het salaris van godsdienstonderwijzer Izaäk Berend Levie die de functies had van voorganger, ritueel slachter, “bij geleegenheid als leeraar” en als godsdienstonderwijzer 2e rang. Ze kregen dus wel waar voor hun geld al was deze man het Nederlands niet bepaald goed meester. Overigens waren er toen nog geen Joodse verenigingen opgericht in deze Joodse gemeenschap. De enige nevenactiviteit van de synagoge was het bestuderen van de Thora op zaterdagochtend door enkele leden van de kille onder leiding van genoemde Izaäk Berend Levie.

Financieel bleef het moeilijk om het hoofd boven water te houden. De economische omstandigheden van de leden was slecht, wat direct gevolgen had voor de inkomsten van de synagoge. Het ledental liep terug van 80 naar 40 omdat velen het lidmaatschap niet konden betalen en men vooral bezig was met overleven. De terugbetaling van de lening van fl. 400,- uit 1817 verliep vanaf het begin al problematisch. Tot 1827 werd in ieder geval wel de jaarlijkse rente van fl. 24,- voldaan. Toen ook dat bedrag niet meer betaald werd was het geduld van Jansemius op. Gevolg hiervan was dat op 23 februari 1832 beslag gelegd werd door deurwaarder Derk Wilkens op het gebouw om verkocht te worden t.b.v. de geldschieter. De toenmalige burgemeester schoot te hulp en uiteindelijk was het een persoonlijke toelage van de koning die de verkoop voorkwam.

In 1833 nam Samuel van der Reis de functie van penningmeester over van zijn broer Abraham die de financiële boekhouding slecht bijgehouden had. Samuel wilde de synagoge er weer bovenop zien te krijgen, maar het pand was zwaar verwaarloosd. De achterkamer die bedoeld was als onderwijzerswoning werd sinds 1830 verhuurd aan Aront Mozes Duitscher, die met zijn vrouw verantwoordelijk was voor het onderhoud van de achterkamer en het mikwe. Ook die waren echter slecht onderhouden. Er werd waar mogelijk zo veel mogelijk bezuinigd en de schulden werden afgelost.

in 1855 ging het de Joodse gemeente iets beter en werden de nodige reparaties uitgevoerd aan de synagoge. Ondanks de reparaties werd het pand zo bouwvallig dat men in september 1910 besloot een bouwvergunning aan te vragen voor een nieuwe synagoge met onderwijzerswoning. Het werd geen complete nieuwbouw, maar eerder een verbouwing.

Op 5 maart 1911 werd de inwijding gevierd. Op 8 maart 1911 schrijft het Rotterdamsch Nieuwsblad hierover. Er waren 80 zitplaatsen in de nieuwe synagoge, beneden zaten de mannen en boven was de vrouwengaanderij. De vrouwen konden door een traliehek naar beneden kijken.

Ruim de helft van de Joodse gemeenschap in Leek kwam naar de synagoge voor de diensten en om te leren. Aan het vredige leven van de Leekster Joden kwam een eind door het uitbreken van WOII. Zij moesten, hiertoe gedwongen, het dorp verlaten en naar Amsterdam vertrekken. In juni 1943 werden de banken uit de synagoge verwijderd en opgehaald. Na 1 november 1943 kreeg mevr. G. Tuinman met haar 3 kinderen de woning in de synagoge toegewezen. Godsdienstleraar Elburg die hier voorheen woonde is met zijn gezin in februari van dat jaar al vertrokken naar Amsterdam. De vloerplanken in de samenkomstruimte werden gesloopt en dienden als brandhout. In 1943 werd de synagoge overgenomen door de nieuw gevormde vrijgemaakte gereformeerde kerk die ontstond op 3 mei 1945. Zij hielden hun eerste kerkdienst op 13 mei 1945 in de synagoge. Daarvoor moesten zij de ruimte wel eerst opknappen. Na enkele jaren in de synagoge hun diensten te hebben gehouden verhuisde de kerk naar ‘Vredeveen’ in Nietap. Mevr. G. Tuinman verhuisde met haar gezin naar een andere woning, eveneens gelegen aan het Boveneind.

Het pand van de synagoge werd verkocht aan P. Bouwes die op 2 juli 1949 een bouwvergunning kreeg om het te verbouwen tot woon/winkelhuis. Na de familie Bouwes kwam hier de groentehandel van Fruithuis C. Neef in, en hing er een groot bord aan de gevel met de tekst: “Aardappelen Groenten Fruit Conserven”. In oktober 1977 verliet de familie Neef het pand dat later werd het aangekocht door de gemeente Leek. In 1978 werd de synagoge gesloopt om plaats te maken voor de uitbreiding van het winkelcentrum.

De straatnaam “Synagogeplein” herinnert er heden ter dage aan dat hier in de buurt ooit een synagoge gestaan heeft.


Bronnen:
Boek: De Joodse Gemeenschap in het Groninger Westerkwartier, Peize en Roden – drs. G.J. van Klinken en mr.J.H. de Vey Mestdagh
De Leekster Synagoge – Albert Graansma
Delpher
Groninger Archieven
Joods Cultureel Kwartier
Rotterdamsch Nieuwsblad

Illustraties:
© Joods Museum. Collectie Jaap van Velzen
Nieuwsblad van het Noorden
Rotterdamsch Nieuwsblad

Gepubliceerd:
01-06-2023