Algemene Informatie
Met de komst van de joden in de provincie waren er uiteraard ook begraafplaatsen nodig. Joodse begraafplaatsen liggen over het algemeen buiten de bebouwde kom omdat een lijk als de hoogste graad van onreinheid gezien wordt. Dat een begraafplaats gewijd is volgens de joodse religieuze wetten doet daar niets aan af. Doordat een gemeenschap zich uitbreidt kan deze uiteindelijk toch nog binnen de bebouwde komen te liggen.
Op een joodse begraafplaats worden de overledenen richting de Tempel van Jeruzalem begraven omdat van daaruit de opstanding der doden zal beginnen. Vanuit Nederland betekent dit dat ze richting het oosten staan. Joden hebben een sterke band met hun voorouders en men blijft de overleden familieleden dan ook bezoeken. Hoe sterk die band is valt op te maken uit het feit dat er nog steeds joden zijn, die elders in de wereld wonen, maar begraven willen worden op de begraafplaats van hun (voor)ouders.
De joodse begraafplaats is voor joden een heilige plaats zoals ook een synagoge dat is. Er wordt dan ook verwacht dat heren een hoofddeksel op hebben en men zich waardig gedraagt. Het jodendom kent meerdere benamingen voor een begraafplaats waarvan Beth Haïm (huis des levens) de meest bekende is. Joodse begraafplaatsen behoren toe aan degenen die er begraven liggen. De overledenen hebben hier een eeuwige rustplaats. Zo kan het gebeuren dat een joodse gemeenschap al lang verdwenen is in een plaats, maar is de begraafplaats gebleven als stille getuige dat er eens joden gewoond hebben. Joodse graven worden in de regel nooit geruimd. Mocht een begraafplaats vol zijn en is er geen ruimte voor uitbreiding dan wordt een 2e laag mensen boven op de eerste laag begraven.
Alleen in uitzonderlijke gevallen en uitsluitend onder rabbinaal toezicht, mogen joodse graven naar een andere locatie verplaatst worden. Het kan in zo’n geval gebeuren dat de kisten met overledenen op elkaar gestapeld in één graf geplaatst worden al is dat niet altijd zo. Een goed voorbeeld hiervan is het voormalige Jodenkampje in Stad dat verplaatst is naar een apart gedeelte van de begraafplaats aan de Moesstraat en waar de graven in een carré geplaatst zijn samen met een deel van de toegangspoort.
In Nederland is er een verschil tussen Asjkenazische en Sefardische begraafplaatsen. Asjkenazisch graven hebben een staande grafsteen en Sefardische graven hebben een liggende steen. Tegenwoordig worden ook Sefardische graven wel eens van een staande grafsteen voorzien. In de provincie Groningen hebben zich vooral Asjkenazische joden gevestigd. Het joodse geloof ziet ieder mens als gelijke en de riten rondom een begrafenis (lewaje) is dan ook voor iedereen hetzelfde. Toch kan men wel onderscheid terug zien in de vorm, bewerking en grootte van de grafstenen.
Mensen met de achternaam Cohen (of verwante namen als Caan/Cahen/ Caenen etc.) worden vaak aan de buitenkant van een rij graven begraven. Dit wordt het Kohaniempad genoemd. Zij stammen af van de priester Aäron en het is voor hen daarom verboden een begraafplaats te betreden omdat deze onrein is. Dankzij het Kohaniempad kunnen zij toch de graven van hun dierbaren bezoeken. De grafsteen van een Cohen is te herkennen aan de afbeelding van twee zegenende handen boven aan de steen. Er zijn nog meer afbeeldingen op joodse grafstenen waar men de afstamming aan af kan leiden of welke functie iemand bij leven in de gemeenschap bekleed heeft. Hier zal in een later stadium aandacht aan besteed worden.
Tekst op de Grafsteen
De Hebreeuwse tekst op Joodse grafstenen begint en eindigt bijna altijd met dezelfde tekens. Beginnend met פנ (PN), wat staat voor ‘Po Niqbar’ bij mannen en ‘Po Niqbara’ voor vrouwen (hier is begraven), of met פט (PT), wat staat voor ‘Po Tamoen’ bij mannen en ‘Po Temoena’ bij vrouwen (hier is geborgen) en eindigend met תנצבה , (TNTBH) wat staat voor ‘Tehi Nisjmato Tseroera Bitsror Hachajim’ (Moge zijn of haar ziel gebonden zijn in de bundel der levenden). Dit is te vergelijken met het Latijnse R.I.P. (‘requiescat in pace’ oftewel rust in vrede) op christelijke grafstenen.
Op oude grafstenen is meestal alleen de voornaam van de overledene te vinden, gevolgd door het patroniem (naam van de vader). Op stenen van latere datum staat veelal in het Hebreeuws de voor- en achternaam. Vaak zijn ook de woorden ‘bat’ (dochter van) of ‘ben’ (zoon van) te zien. Soms vindt men een korte beschrijving c.q. eerbetoon aan de persoon in het Hebreeuws en vervolgens de Hebreeuwse data. In een later stadium wordt daar ook de Gregoriaanse datum aan toegevoegd. (Het Joodse jaartal kan naar de Gregoriaanse ongeveer omgerekend worden door de eerste 5 weg te laten en er 1240 bij op te tellen). Soms wordt niet de geboortenaam, maar de roepnaam op de steen vermeld, de voornaam Levie wordt dan bijv. vaak weergegeven als Louis.
Op grafstenen van meer recente datum zien we de tekst afwisselend in het Hebreeuws en/of Latijns schrift. Jongetjes krijgen bij hun Brit Mila (besnijdenis) veelal een specifiek joodse naam die af kan wijken van de naam welke bij de geboorteaangifte bij de burgerlijke stand is opgegeven. In dat geval wordt de joodse naam meestal onder de geboorte- of roepnaam vermeld. Een ander fenomeen dat men tegen kan komen bij graven van ná de Shoah is een zgn. satelliet steentje op het graf van een overledene. Hierop worden familieleden herdacht die de Shoah niet overleefd hebben.
Geen Bloemen
Op een joods graf worden geen bloemen gelegd. Bij de Asjkenazim is het de gewoonte om een steentje op de grafsteen achter te laten om te laten zien dat men de overledene niet vergeten is en het graf bezocht is. Deze gewoonte komt mogelijk voort uit het feit dat de joden in vroeger tijden een nomadisch bestaan leidden. Een overledene werd bovengronds begraven en bedekt met stenen om deze te beschermen tegen roofdieren. Uit respect werden deze stenen vervolgens aangevuld door passanten. Later werd dit meer een symbolisch gebaar omdat:
- Stenen niet vergaan en eeuwigheidswaarde hebben dat staat voor het eeuwigdurende grafrecht.
- Een onvergankelijke steen, die weer en wind kan doorstaan, staat voor onvergankelijke liefde en eeuwig geloof.
- Door een steentje aan de grafsteen toe te voegen, geeft de bezoeker aan verder te willen bouwen op de goede daden van de overleden persoon.
- Als teken dat het graf bezocht is, zoals op andere begraafplaatsen bloemen worden neergelegd.
- Als symbool voor heiligheid in het algemeen, zoals de steen waarop Abraham Isaäc zou offeren, of de stenen van de tempelmuur in Jeruzalem.
De Sefardim in Nederland laten meestal wat gras achter. In Chassidische en andere Sefardische gemeenschappen worden vaak kaarsjes gebrand.
Begraafplaatsen in de provincie Groningen
De provincie Groningen heeft 26 joodse begraafplaatsen waarvan er nog 25 bestaan. Niet op alle deze begraafplaatsen worden nog overledenen begraven en ze zijn ook niet allemaal toegankelijk voor publiek. Kijk hier voor een overzicht.
Bronnen:
Groninger Archieven
Joods Cultureel Kwartier
Uit de Oude Koektrommel
Wikipedia
Illustraties:
© Collectie Regina Philip
Gepubliceerd:
21-09-2020