David van der Hak wordt geboren op 9 februari 1881 in Appingedam als zoon van veehandelaar Philippus van der Hak (Loppersum, 20 maart 1851- Groningen, 4 maart 1922) en Jetje Ritmeester (Amsterdam, 24 december 1846 – Groningen, 13 april 1931). Het gezin van Philippus en Jetje bestaat uit 7 kinderen. Het jongste kindje, Selig van der Hak, overlijdt al na 7 maanden en 15 dagen in 1894. Zoon Frederik, roepnaam Frits, (Appingedam, 15 mei 1885 – Amsterdam, 12 september 1949) zal als enige van de overgebleven 6 kinderen de Shoah overleven.
David wordt net als zijn vader veehandelaar. Hij werkt in eerste instantie samen met zijn broer Frits, maar deze verhuist naar Zaandam waar hij op 1 januari 1900 in het bevolkingsregister wordt bijgeschreven. Frits wordt later een bekende koshere bakker in Amsterdam. David blijft veehandelaar zoals blijkt uit onderstaande advertentie uit 1904 in het Nieuwsblad van het Noorden. Zijn bedrijf wordt officieel in 1922 ingeschreven in het Handelsregister Kamer van Koophandel Groningen onder de bedrijfsnaam D. v/d Hak. Op 11 november 1941 wordt het bedrijf, gedwongen door het Nazi-regime, opgeheven. David woont op de volgende adressen in Groningen stad: Van Sijssenstraat 41a, Tweede Willemstraat 11a en Tweede Willemstraat 7.
Op 3 mei 1916 trouwt David in Groenlo met Rosa Helena Mendels (Groenlo, 22 juni 1884), dochter van runderslager Emanuel Israëls Mendels (Groenlo, 17 januari 1838 – Groenlo, 10 februari 1904) en Betjen Wijler (Lochem, 9 september 1841 – Groenlo, 20 april 1923). Zij krijgen 2 kinderen:
Emanuel van der Hak, geboren op 11 januari 1917 in Groningen, hij wordt kantoorbediende van beroep.
Henriët van der Hak, geboren op 13 november 1918 in Groningen wordt eveneens kantoorbediende.
Het voltallige gezin woont in juni 1941 aan de Tweede Willemstraat 7, het adres waarvan zij weggevoerd worden.
David, Rosa en Henriët komen op 28 november 1942 aan in Westerbork en worden op 8 december 1942 op transport gezet naar Auschwitz waar zij na aankomst op 11 december 1942 vermoord worden.
Emanuel komt op 13 maart 1943 in Kamp Westerbork terecht waar hij verblijft in Barak 83. Slechts 4 dagen later, op 17 maart 1943 wordt hij op transport gezet en na aankomst op 20 maart 1943 vermoord in Sobibor.
Project: Dit gezin maakt deel uit van het project “Elke naam telt”. Heeft u aanvullende informatie dan wordt het zeer op prijs gesteld indien u die wilt delen en ter beschikking stelt voor het project. U kunt e.e.a. melden per e-mail aan Robert Mulder via info[at]robertmulder.nl.
Geadopteerd door:
Jos ten Berge
Bronnen:
Arolsen Archives
Delpher
Gelders Archief
Groninger Archieven
Nieuw Israëlitisch Weekblad
Nieuwsblad van het Noorden
Illustraties:
Arolsen Archives
Nieuwsblad van het Noorden
Gepubliceerd:
03-04-2022