Louis Tromp wordt in Groningen geboren op 3 mei 1898 en is één van de 12 kinderen van Arend Tromp (Winschoten, 13 april 1860 – Groningen, 18 december 1909) en Aaltje van Dam (Groningen, 24 december 1868 – Groningen, 11 december 1919). Alle 12 kinderen in het gezin worden volwassen. Na het overlijden van zijn vader in 1909 hertrouwt zijn moeder op 24 juni 1915 met de weduwnaar Alexander Roseboom.
Louis speelt bij de Joodse voetbalvereniging “Raven”. Hij werkt in eerste instantie als magazijnbediende maar oefent later het beroep van handelsreiziger uit. Op 22 mei 1923 wordt hij ingeschreven in een woning aan de Folkingestraat 26a te Groningen. Volgens zijn Groningse gezinskaart komt hij dan vanuit Arnhem. Op 31 maart 1928 vertrekt hij weer naar Arnhem om op 23 juli van datzelfde jaar terug te keren in de woning in Groningen.
Als handelsreiziger verhuist Louis zeer regelmatig. Op 22 april 1929 gaat hij naar Rotterdam waar hij inwonend is in de Vijverhofstraat 155. Tussen 10 september 1932 en 27 maart 1933 woont hij in Amsterdam in bij S. Tromp aan de Prinsengracht nummer 14. Daarna vertrekt hij naar Den Haag waar hij op 8 april 1933 gaat wonen op het adres Weteringkade 126. Op 20 oktober van datzelfde jaar verhuist hij naar de Kraijenhoffstraat nummer 13 in die stad, om vervolgens weer te verhuizen naar Rotterdam. Daar woont hij van 15 januari 1934 aan de Schiekade 117b tot hij op 22 juni 1934 verhuist naar de Waalstraat 99I in Amsterdam. Op 9 april 1935 keert hij permanent terug naar Groningen en gaat wonen in de Folkingestraat nummer 17a.
Louis krijgt kennis aan de Duits-Joodse Erna Goldschmidt (Bad Wildungen, 22 januari 1913), dochter van Sally Goldschmidt en Frieda Neugarten. Het stel trouwt op 2 januari 1936 in Groningen. Vanaf 16 december 1936 woont het jonge echtpaar in de Louise Henriëttestraat 11. Op 7 mei 1935 gaat het gezin wonen in de Ambonstraat op nummer 9a. Op 15 maart 1941 bevalt Erna van hun dochtertje Aaltje (vernoemd naar grootmoeder aan vaderszijde) in het Academisch Ziekenhuis.
Louis wordt gearresteerd in Groningen en naar Westerbork gedeporteerd op 9 oktober 1942 samen met zijn vrouw Erna Goldschmidt, dochter Aaltje, zijn broer Meijer met diens vrouw Rosa de Jongh en hun jongste zoon Salomon.
Louis wordt met vrouw en kind op 9 oktober 1942 op transport gezet naar Auschwitz. Erna en Aaltje worden na aankomst op 12 oktober 1942 direct vermoordt. Louis wordt op 31 januari 1943 vermoord.
Van de 12 kinderen uit het gezin Tromp-van Dam overleven er slechts 2 de Shoah; Keetje (Tova) en Samuel.
Dit gezin komt voor in de stamboom van de beheerder en kunt u hier bekijken.
Bronnen:
Boek: Memories of a Potato Thief – Aaron Tromp
Gemeentearchief Den Haag
Groninger Archieven
Stadsarchief Amsterdam
Stadsarchief Rotterdam
Illustraties:
Groninger Archieven
Gepubliceerd:
25-01-2024