Leonard Barnstijn

Leonard (Leo) wordt geboren in Groningen op 22 augustus 1885 als jongste van de 3 kinderen van Alexander Barnstijn (Leeuwarden, 5 november 1851 – Groningen, 25 maart 1939) en Jette Hichentlich (Groningen, 4 januari 1854 – Groningen, 9 februari 1893). Leonard is slechts 7,5 jaar oud als zijn moeder overlijdt. Een half jaar later, op 20 augustus 1893, trouwt zijn vader met Saartje Gans.

Leo stapt in de voetsporen van zijn vader en werkt in de sigarenfabriek/winkel. Op 1 augustus 1918 trouwt hij met Auguste Pinto, geboren te Groningen op 20 oktober 1888. Zij is een dochter van Salomon Pinto en Louise Cohen. Leo en Auguste krijgen 2 kinderen.
Henriëtte Sara, geboren 17 december 1919 te Groningen. Zij is op 12 maart 1942 getrouwd met Adolf Cohen (Groningen, 17 juli 1916 – Auschwitz, 28 februari 1943). Het stel gaat wonen aan de Heerestraat 98a. Datzelfde jaar wordt zij vermoord in Auschwitz op 15 december 1942. Adolf wordt vermoord op 28 februari 1943 eveneens in Auschwitz.
Salli Alexander, geboren op 23 mei 1923 te Groningen. Salli is kantoorbediende en kampioen atletiek van de Joodse Gymnastiek Vereniging “Atilla”. Salli heeft mogelijk eerst in werkkamp “Twilhaar” gezeten alvorens hij begin oktober 1942 aankomt in Westerbork. Op 16 oktober 1942 wordt hij op transport gezet en uiteindelijk op 30 april 1944 vermoord in Extern Kommando Gräditz, Duitsland. Hij wordt herdacht op een plaquette in de sporthal Vinkhuizen aan de Radiumstraat.

Op 15 april 1918 wordt bij notaris H. Sanders een akte opgemaakt waarin de broers Leonard en Louis (Levie) samen de vennootschap onder de firma A. Barnstijn aangaan. Leo woont met zijn gezin in de Folkingestraat 21 waar ook het familiebedrijf gevestigd is dat in 1921 van hem wordt. Leo is in februari 1927 plaatsvervangend lid van de Provinciale Staten Stemdistrict 37, gemeenteraad kieskring III, stemdistrict 1.

Het gezin is in goede doen hetgeen blijkt uit advertenties voor een dienstmeisje of wasvrouw die af en toe geplaatst worden in het “Nieuwsblad van het Noorden”.

Tussen 3 en 5 oktober 1942 wordt Leo geregistreerd in Kamp Westerbork. Opvallend is dat op zijn kaart van de Joodse Raad zijn achternaam verkeerd geschreven wordt en vervolgens ook foutief gewijzigd wordt. Op 19 oktober 1942 wordt Leo op transport gezet naar Auschwitz waar hij na aankomst op 22 oktober 1942 vermoord wordt.

Zijn vrouw Auguste kan niet langer in de woning op nr. 21 blijven. Zij verblijft op het moment dat ze naar Westerbork afgevoerd wordt in de Folkingestraat op nr. 6 volgens haar kaart van de Joodse Raad. Na aankomst in Westerbork op 12 maart 1943 wordt Auguste al op 17 maart 1943 op transport gezet naar Sobibor waar ze na aankomst op 20 maart 1943 vermoord wordt.


Bronnen:
Arolsen Archives
Alle Friezen
Delpher
Groninger Archieven
Joods Monument
Nieuwsblad van het Noorden

N.I.W.

Illustraties:
Arolsen Archives
Alle Friezen
Groninger Archieven
Nieuwsblad van het Noorden

N.I.W.

Gepubliceerd:
02-03-2021